Toby Hitchcock – Mercury’s Down/XorigiN – State Of The Art

Toby Hitchcock - Mercury's DownWat mij betreft is Toby Hitchcock een van de beste zangers in de AOR van dit moment. Als debutant was hij vanaf het begin in Pride Of Lions even belangrijk als multi-instrumentalist/songschrijver Jim Peterik. Het bijna achteloze gemak waarmee Hitchcock krachtig en gevarieerd zingt, ook live, moet een bron van frustratie zijn voor zangers die het uit hun tenen moeten halen en periodiek daarbij hun stem aan gort zingen. Maar Pride Of Lions hield er even mee op na The Roaring Of Dreams uit 2007 – in 2012 verschijnt er eindelijk weer een album – dus ook van Toby Hitchcock verscheen geen materiaal. Tot hij door zijn platenbaas Serafino Perugino werd gekoppeld aan Erik Martensson, o.a. gitarist en songschrijver bij W.E.T. Martensson kweet zich voorbeeldig van zijn taak en schreef twaalf songs met precies het juiste niveau bombast en grandeur. Jawel, Mercury’s Down zou bijna een Pride Of Lions-plaat kunnen zijn. Bijna, dat wel, want Jim Peterik weet volstrekt originele melodieën uit zijn pen te toveren, waar Martensson voor prima hooks zorgt, maar net iets minder origineel is. De lekker stevig ingemixte gitaren en prima productie zorgen er echter voor dat het nergens te makkelijk of te voorspelbaar wordt. Daarmee is de basis gelegd voor waar het om gaat: de stem van Toby Hitchcock. Nog steeds verbazingwekkend makkelijk galmt hij dat het een lieve lust is. Hitchcock is geen zanger uit de eredivisie, hij is er een uit de Champions League.
XorigiN - State Of The ArtIk heb grote bewondering voor Frontiersbaas Perugino, die steeds weer grote namen aan zich weet te binden. Maar het lijkt wel alsof hij soms als een Jekyll en Hyde verandert in een soort Henkjan Smits. Niet wezenlijk geinteresseerd in muziek, slechts in een koude rekensom met inwisselbare muzikanten. Dan krijg je dus zo’n plaat als XorigiNs State Of The Art. Waarschijnlijk met het oog vooral op de Scandinavische markt mochten Scandinaviërs Johannes Stole (zang) en Daniel Palmqvist (ex-The Murder Of My Sweet, gitaar) een album maken. Ze hebben best de vaardigheden – beide zijn gewilde sessiemuzikanten – maar er wordt akelig binnen de lijntjes gekleurd. Producer Daniel Flores (Mind’s Eye, The Murder Of My Sweet) deed daarin vrolijk mee en zorgde voor een geluid dat in balans is, maar nergens sprankelt. Op zich past het goed bij de nummers, want die lijken voornamelijk geënt op eighties-AOR รก la Foreigner, Survivor en aanverwanten – zij het niet hun beste dagen – en elk nummer klinkt op de een of andere akelig bekend. Het is niet allemaal zo dramatisch als het misschien lijkt, want de heren kunnen er zoals gezegd echt wel wat van. Maar juist de volstrekte inwisselbaarheid van alles op dit album maakt dat het voor mij vooral tijdvulling was. Of tijdverspilling, zo u wilt.


mij=Frontiers / Rough Trade

4 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *