Het is alweer oktober en Joe Bonamassa had dit jaar nog maar twee platen uitgebracht (Muddy Wolf Live At Red Rocks en Groove Is King), dus met Live At Radio City Music Hall is er weer een liveplaat.
Eerder deze week kreeg ik een mail van zijn mailinglist met deze tekst:
Joe vs. The Record Industry: Conquering The Imposibble
As Joe Bonamassa gets ready to play the final Tour de Force show at the greatest venue in the world, the Royal Albert Hall, he looks back on his incredible journey and how he beat the odds to become one of the greatest blues-rock guitarists of his generation. Defying the record industry, who rejected the viability of the blues and didn’t believe in its future, Joe Bonamassa proved them all wrong and did what the experts called impossible: crashing through the boundaries and finding star success in the blues, all on his own terms. Watch as this incredible documentary on Joe’s rise to the top comes to a rousing conclusion!
Die ronkende tekst was de begeleiding van de laatste van vier documentairevideo’s met de al even ronkende titel Joe Bonamassa – How One Man Beat The Record Industry. (Deel 1, deel 2, deel 3 en deel 4 van de documentaire, opgenomen tijdens de Tour de Force-concertreeks.)
Dat Bonamassa en zijn manager Roy Weisman (samenwerkend onder de bedrijfsnaam J & R Adventures) het volledig op eigen kracht voor elkaar gekregen hebben blijft hoe dan ook knap, maar je zou zo langzamerhand denken dat ze wel over eerdere onwil van platenmaatschappijen heen zijn. Bovendien is Mascot toch al sinds jaar en dag de platenmaatschappij die al zijn albums uitbrengt, en dat doen ze volgens mij helemaal niet verkeerd. Natuurlijk, het is geen major, maar moet je dat in de tijd van X-Factor-wegwerpartiesten überhaupt willen?
Misschien zit het oud zeer nog wel eerder. Bonamassa begon in de band Bloodline, met de zoons van Miles Davis, Robby Krieger (The Doors) en Berry Oakley (Allman Brothers) en werd naar verluidt de band uitgezet omdat hij niet de juiste uitstraling had. Nou heb ik ook wel eens gezegd dat Bonamassa de uitstraling van een pak melk heeft, maar volgens mij neem je dat als band op de koop toe als je gitarist zo kan spelen. Dat Bonamassa nu wèl een uitgebreide Wikipediapagina heeft en Erin Davis, Waylon Krieger en Berry Oakley jr niet, zegt volgens mij genoeg.
En uitstraling of niet, hij brengt ondanks die enorme productie geen bagger uit. Iets meer zelfvertrouwen zou dus wel gerechtvaardigd zijn.