Stunt- en vliegwerk
Het zegt iets over je status als artiest wanneer je het je zoals Steve Vai kunt veroorloven je naam en de albumtitel van de hoes af te laten.
Het enige wat je ziet op de voorkant is Steve Vai met een speciaal voor hem door Ibanez gebouwde gitaar, de Hydra. En wat voor een gitaar. Een steampunkuiterlijk en drie halzen – waarvan eentje headless. Daarvan eentje zevensnarig, eentje twaalfsnarig en eentje een bas. Maar ook eentje met alleen frets bij de lage tonen, bij de bas alleen frets bij de twee hoogste snaren en dan ook nog eens een stel resonatorsnaren die alleen meetrillen als er andere snaren worden aangeslagen. De eerste track, Teeth Of The Hydra, is op deze gitaar gespeeld.
Ook elders zijn er bijzonderheden te melden. Op Knappsack speelt hij slechts met de linkerhand. Dat was op dat moment noodgewongen na een operatie aan zijn rechterhand, maar het heeft dus ook het album gehaald. En zoals hij op het vorige album The Story Of Light in het nummer Gravity Storm aan pre-bending deed, zo heeft hij voor Candle Power een techniek ontwikkeld die hij joint shifting noemt, waarbij hij het opdrukken van een snaar met slechts een vinger doet, terwijl hij met de andere andere snaren blijft neerdrukken. Kortom, topsport op de gitaar, waarbij Vai zich keer op keer blijft uitdagen.
En ja, daar kun je best respect voor hebben. Maar tegelijkertijd loop je het risico dat de techniek de overhand gaat krijgen. Laten we wel zijn, dat zou niet voor het eerst zijn bij Vai. Op The Story Of Light werd gitaristisch instrumentaal stunt- en vliegwerk afgewisseld met rustiger en/of vocale tracks als John The Revelator en Amsterdam. Op Inviolate is het toch vooral dat stunt- en vliegwerk. Herkenbaar Vai, dat wel. Ook zonder iets te weten over die bijzondere techniek is Candle Power een fraaie track met allerlei glijdende akkoorden die we van Vai al kennen in zijn songs met naar Arabische of Oosterse klanken neigende invloeden.
De songs zijn over een lange periode opgenomen en dat zie je aan de verschillende muzikanten die hebben meegewerkt. Bijna allemaal bekende namen van eerder werk van Vai, zoals drummers Jeremy Colson, Terry Bozzio en Vinnie Colaiuta, bassisten Philip Bynoe, Billy Sheehan en Bryan Beller en ritmegitarist Dave Weiner. Ook allemaal heren die niet vies zijn van stunt- en vliegwerk. Toch neemt Vai daar op zijn tijd wel gas in terug. Greenish Blues is veel meer melodie dan snelheid, zoals hij dat op eerdere albums ook al deed met instrumentale tracks als For The Love Of God en Tender Surrender. Dat neemt niet weg dat dit wel een album is voor wie ook kan genieten van instrumentale shredfeestjes. Al bewijst Inviolate óok dat Vai daar nog steeds op eenzame hoogte staat. Bij elke track is Vai volkomen herkenbaar en wordt snelheid steevast gepaard aan melodie. Wat dat betreft is het weglaten van naam en albumtitel geen enkel probleem: iedereen weet al wat je bij Steve Vai kunt verwachten en albums zijn soms iets toegankelijker, soms wat meer op techniek en/of snelheid gericht. Inviolate valt in die tweede categorie.
Het heeft deze ronde zes jaar geduurd voor er een nieuw album verscheen, maar dat gaat voor de volgende een stuk korter worden. Nog dit jaar moet er een akoestisch(!) album verschijnen en later in het jaar gaat Vai met twee orkesten aan de slag, waaronder het Metropole Orkest.
Steve Vai – Inviolate
(Mascot/Favored Nations)
Steve Vai website
Steve Vai op Twitter
Steve Vai YouTubekanaal
Playlist met (audio)clips van alle tracks op YouTube
Deze recensie en meer op Rockportaal