Kermisattractie
Zo’n titel staat al lang tevoren vast, maar de ironie ligt er wel duimendik bovenop dat de release van dit album meermalen werd uitgesteld vanwege het coronavirus. Nu is het er dan toch, album nummer zes.
De afgelopen jaren raakte Haken mij een beetje kwijt. Ja, het was allemaal nog heel knap wat ze deden, maar het deed me weinig. Ze leken zichzelf een beetje te verliezen in een zoektocht naar nieuwe paden. Het vorige album, Vector, leek weer een stap in de goede richting, maar in de praktijk draaide ik het amper. Zou Virus eindelijk weer eens echt landen? Toen Prosthetic uitkwam, de eerste track van het nieuwe album, was de teleurstelling alleen maar groter. Het leek wel alsof ze compleet de djenthoek ingedoken waren! Okee, met een vleugje Tool, maar toch. Ieder zijn meug, maar Haken kan meer dan dat. Het duurde dan ook een week of drie voor ik me er toe kon zetten om het album te beluisteren.
De opener Prosthetic kende ik al en was dus al niet goed bevallen, maar de volgende track Invasion was al beter. Nog geen wereldtrack, maar in elk geval is de dynamiek weer volop aanwezig, het spelen met hard en zacht, met een vol geluidsbeeld en open ruimte. Dat is ook verder op het album te horen. Haken heeft de afgelopen jaren vaker elementen uit de djent gebruikt – vandaar op Vector en Virus de mix door ex-Periphery-bassist Adam “Nolly” Getgood -, maar het is hier doorgaans ingebed in songs die meer doen dan van de ene hakkende riff naar de andere duiken.
Op Carousel bijvoorbeeld. Passages met hakkende drums en gitaren worden afgewisseld met fraaie solo’s in veel cleanere sounds, Ross Jennings’ zang is zowel gedubbeld en enigszins vervormd te horen alsook weer cleaner. Carousel duurt dik tien minuten en dat biedt de ruimte voor veel verschillende sferen, waaronder een rustiger stuk met bijna jazzy gitaarwerk. The Strain is weer een aanzienlijk heavier song, waarna de ballad Canary Yellow volgt. Nou ja, een ballad in Haken-land. Het is het aanloopje naar het hoogtepunt op het album: The Messiah Complex, een zeventien minuten durend toneelstuk in vijf bedrijven waarin alle Haken-kenmerken terugkomen. Virtuositeit en complexiteit, op een manier die je meevoert als in een kermisattractie. Dit is het beste wat ik van ze gehoord heb sinds The Mountain. Na die zeventien minuten in de rollercoaster wordt er prachtig afgesloten met het ingetogen Only Stars, dat vooral drijft op zang en elektronische klanken.
Afgezien van die openingstrack is Virus het meest consistente Hakenalbum sinds lang. Nu even afwachten of ik deze wèl blijf draaien. Eerlijk gezegd heb ik daar wel vertrouwen in.
Haken – Virus
(InsideOut/Sony)
Deze recensie en meer op Rockportaal